8. Sluit de kabels aan op de nieuwe PCI Express Mini-kaart.
Opmerking: Zorg ervoor dat u de rode kabel aansluit op de aansluiting waar "MAIN" of "M" bij staat,
en de blauwe kabel op de aansluiting waar "AUX" of "A" bij staat.
9. Breng het toetsenbord weer aan. Raadpleeg voor meer informatie "Breng het toetsenbord weer aan" op
pagina 82.
10. Draai de computer weer om. Sluit de wisselstroomadapter en alle kabels weer aan en zet de computer
aan.
De SIM-kaart vervangen
Druk deze aanwijzingen af voordat u begint.
Mogelijk heeft uw computer een SIM-kaart nodig om een WAN-verbinding tot stand te brengen. In sommige
landen is de SIM-kaart al in de computer geïnstalleerd, in andere landen maakt de SIM-kaart deel uit van
het pakket waarmee de computer wordt geleverd.
Als u in het pakket van de computer een SIM-kaart aantreft, is er in de SIM-kaartsleuf een dummykaart
geïnstalleerd. Volg in dat geval de onderstaande instructies.
Treft u in het pakket van de computer een dummykaart aan, dan is er in de SIM-kaartsleuf al een SIM-kaart
geïnstalleerd en hoeft u verder niets te doen.
Opmerking: De SIM-kaart is te herkennen aan de chip die aan één kant van de kaart is bevestigd.
Vervangingsinstructies
U kunt de SIM-kaart als volgt vervangen:
1. Zet de computer uit en ontkoppel de wisselstroomadapter en alle kabels van de computer.
2. Om het ontladen van de batterij te stoppen, gaat u naar de ThinkPad Setup. Zie voor meer informatie
"Alvorens een CRU te vervangen" op pagina 79.
3. Sluit het beeldscherm en keer de computer om.
96
Handboek voor de gebruiker