Inhoud
1. Veiligheidsvoorschriften ............................................................................ 57
1.1. Installatie ................................................................................. 57
1.2. Tijdens gebruik ........................................................................ 57
3.1. AAN/UIT .................................................................................. 59
1. Veiligheidsvoorschriften
s Lees alle "Veiligheidsvoorschriften" voordat u het apparaat
gaat gebruiken.
s In de "Veiligheidsvoorschriften" staan belangrijke instructies
met betrekking tot de veiligheid. Volg ze zorgvuldig op.
Symbolen die in de tekst worden gebruikt
Waarschuwing:
Beschrijft maatregelen die genomen moeten worden om het risico van ver-
wonding of dood van de gebruiker te voorkomen.
Voorzichtig:
Beschrijft maatregelen die genomen moeten worden om schade aan het ap-
paraat te voorkomen.
Symbolen die in de afbeeldingen worden gebruikt
: Geeft een handeling aan die u beslist niet moet uitvoeren.
: Geeft aan dat er belangrijke instructies opgevolgd moeten worden.
: Geeft een onderdeel aan dat geaard moet worden.
: Betekent dat u voorzichtig moet zijn met draaiende onderdelen. (Dit sym-
bool staat op de sticker van het apparaat.) <Kleur: geel>
: Kijk uit voor elektrische schok (Dit symbool staat op de sticker van het
apparaat.) <kleur: geel>
Waarschuwing:
Lees de stickers die op het apparaat zitten zorgvuldig.
1.1. Installatie
s
Bewaar deze gebruiksaanwijzing, nadat u hem gelezen heeft, op een vei-
lige plaats, samen met de Installatiehandleiding, zodat u hem indien nodig
altijd gemakkelijk kunt raadplegen. Als iemand anders het apparaat ook
gaat bedienen, dient u hem of haar deze gebruiksaanwijzing te geven.
Waarschuwing:
•
Het apparaat mag niet door de gebruiker zelf worden geïnstalleerd. Vraag
de zaak waar u het apparaat gekocht heeft of een erkend bedrijf om het
apparaat te installeren. Als het apparaat niet juist is geïnstalleerd, kan dit
lekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
•
Gebruik alleen onderdelen die door Mitsubishi Electric zijn goedgekeurd
en vraag de zaak waar u het apparaat gekocht heeft of een erkend bedrijf
om ze te installeren. Als de onderdelen niet juist worden geïnstalleerd,
kan dit lekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
•
De installatiehandleiding geeft de geadviseerde installatiemethode aan.
Grote wijzigingen die voor de installatie nodig zijn, moeten verenigbaar
zijn met de plaatselijke bouwvoorschriften.
•
Probeer nooit zelf het apparaat te repareren of te verplaatsen. Indien een
reparatie niet juist wordt uitgevoerd, kan dit lekkage, elektrische schok-
ken of brand tot gevolg hebben. Raadpleeg uw dealer als het apparaat
gerepareerd of verplaatst moet worden.
•
Laat geen water (of zeepsop e.d.) op de elektrische onderdelen komen.
•
Vloeistof op elektrische onderdelen zou brand of een elektrische schok
kunnen veroorzaken.
Opmerking 1: Voor het schoonmaken van de warmtewisselaar en de
afvoerbak dient u een waterdichte afdekking aan te bren-
gen, om de regelkast, de motor en de LEV droog te hou-
den.
Opmerking 2: Probeer nooit het waswater voor de afvoerbak en de
warmtewisselaar via de afvoerpomp te lozen. Zorg voor
aparte afvoer daarvan.
•
Het apparaat is niet geschikt om zonder toezicht door kleine kinderen of
minder validen bediend te worden.
•
Bij kleine kinderen moet er op gelet worden dat ze niet met het apparaat
gaan spelen.
•
Gebruik geen toevoeging voor lekkagedetectie.
•
Gebruik uitsluitend het type koelmiddel dat in de meegeleverde handleidin-
gen en op het typeplaatje wordt genoemd.
blaasrichting ............................................................................ 60
3.6. Ventilatie .................................................................................. 60
3.7. Overige .................................................................................... 60
6. Problemen oplossen ................................................................................. 62
7. Installatie, verplaatsen van het apparaat en controles .............................. 63
8. Specificaties .............................................................................................. 63
- Als u een ander type gebruikt, kunnen het toestel of leidingen barsten en be-
staat er gevaar voor ontploffing of brand tijdens gebruik, reparatie en verwijde-
ring van het toestel.
- Ook overtreedt u mogelijk toepasselijke wetgeving als u dit voorschrift niet volgt.
- MITSUBISHI ELECTRIC CORPORATION kan niet aansprakelijkheid worden
gesteld voor storingen en ongevallen die het gevolg zijn van gebruik van een
verkeerd type koelmiddel.
1) Buitenapparaat
Waarschuwing:
•
Het buitenapparaat moet worden geïnstalleerd op een stabiele, vlakke
ondergrond, op een plaats waar geen gevaar van ophoping van sneeuw,
bladeren of vuilnis bestaat.
•
Ga niet op het apparaat staan en plaats geen voorwerpen op het appa-
raat. U kunt vallen en gewond raken, of het voorwerp kan vallen en letsel
veroorzaken.
Voorzichtig:
Het buitenapparaat moet worden geïnstalleerd op een plaats waar de door
het apparaat geproduceerde lucht en geluid niet hinderlijk zijn voor de om-
geving.
2) Binnenapparaat
Waarschuwing:
Het binnenapparaat moet stevig worden geïnstalleerd. Als het apparaat niet
goed is vastgezet, kan het vallen en letsel veroorzaken.
3) Bedieningspaneel
Waarschuwing:
Het bedieningspaneel moet zo worden geïnstalleerd dat kinderen er niet mee
kunnen spelen.
4) Afvoerslang
Voorzichtig:
Zorg ervoor dat de afvoerslang gemonteerd is zodat de afvoer goed werkt.
Onjuiste montage kan waterlekkage tot gevolg hebben, hetgeen schade aan
het meubilair kan veroorzaken.
5) Netkabel, zekering of stroomonderbreker
Waarschuwing:
•
Zorg dat het apparaat wordt aangesloten op een groep van het lichtnet
die hierop is berekend. Andere apparatuur die op dezelfde groep wordt
aangesloten, kan tot overbelasting leiden.
•
Zorg ervoor dat er een netschakelaar aanwezig is.
•
Controleer of de spanning van het apparaat en de zekering of stroom-
onderbreker dezelfde is als die van het lichtnet. Gebruik nooit een snoer
of zekering met een hogere spanning dan staan aangegeven.
6) Aarding
Voorzichtig:
•
Het apparaat moet goed geaard zijn. Sluit de aardkabel nooit aan op een
aardkabel voor een gasleiding, waterleiding, bliksemafleider of telefoon.
Als het apparaat niet goed geaard is, kan dat elektrische schokken tot
gevolg hebben.
•
Controleer regelmatig of de aardkabel van het buitenapparaat correct is
aangesloten op het aardingspunt van het apparaat en de aardelektrode.
1.2. Tijdens gebruik
Voorzichtig:
•
Gebruik geen scherpe voorwerpen om de toetsen in te drukken - hier-
mee kunt u het bedieningspaneel beschadigen.
57